Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:

Vroeg christenlijke bouwkunst.

Voor de volgende onderwerpen ga naar:

algemeen;

de italiaans christenlijke bouwkunst;
de byzantynse bouwkunst;


bron leidraad tekst en afbeeldingen:    De ontwikkeling der bouwkunst - deel 1 (door prof. K.O. Hartman) 1923
  Geschiedenis der bouwkunst (Sutterland-Pontier 1975)


 

Algemeen:

De vroeg christelijke architectuur is de bouwkunst uit de eerste eeuwen van het christendom. Het christendom openbaarde zich tijdens de bloeitijd van het Romense rijk.
De eerste christengemeenschappen bestonden voornamelijk uit lieden van de mindere klasse. Daar de Romeinse gezaghebbers in het begin, het christendom staatsgevaarlijk achtten, trachtten zij de belijders door vervolging en terechtstelling uit te roeien. Dit lukte niet;    langzamerhand nam het aantal invloedrijke Romeinen die christen werden toe. In 313 legaliseert keizer Constantijn de Grote, na de publicatie van het Edict van Milaan, het christendom in het Romeinse Rijk, waarna zij hun godsdienstige samenkomsten in het openbaar konden gaan houden.
Hiermede brak ook voor de Westerse bouwkunst een nieuw tijdvak aan.
De vroeg christenlijke bouwkunst is om bovenstaande reden dan ook onder te verdelen in de:
----- vroeg christenlijke bouwkunst van 0 - 313 n.Chr. en de vroeg christenlijke bouwkunst daarna.

De vroeg christenlijke bouwkunst valt daarom gedeeltelijk samen met de Romeinse bouwkunst of is een vervolg daarvan.

De vroeg christenlijke bouwkunst na 313 n.Chr. is vanwege de splitsing van het Romeinse rijk in het Latijn sprekende Westen en het Grieks sprekende Oosten in 285 n.Chr. weer verder onder te verdelen in:
----- de italiaans christenlijke bouwkunst van 313 - 1000 n.Chr. en
----- de byzantynse bouwkunst van 313 - 1453 n.Chr.

Wanneer de periode van de vroeg christelijke bouwkunst eindigde, is arbitrair, maar meestal wordt deze gelegd ten tijde van de overgang van de oudheid naar de middeleeuwen.


klik hier om naar boven te gaan



 

De italiaans christenlijke bouwkunst:

Nadat de christenen hun godsdienstige samenkomsten in het openbaar konden houden gebruikten ze daarvoor reeds bestaande, in onbruik geraakte, Romeinse gebouwen of bouwden nieuwe, in eenvoudige vorm daar de welvaart in het Romeinse rijk steeds verder verminderde. Het duurde echter nog geruime tijd alvorens van zuiver christenlijke bouwkunst kon worden gesproken.

De architectuur van de italiaans christenlijke bouwkunst werd bepaald door de Romeinse basilica die in de eerste eeuwen van het christendom voor andere doeleinden werden gebruikt.
zie   het subonderwerp "Basilica" van het onderwerp "Romeinse bouwkunst"behorende bij dit onderdeel.

Het gebouw waar ze samen kwamen noemden (en noemen) ze "kerk" ("kuriakon" in het Grieks) hetgeen "huis des Heren"betekent.


De driebeukige basiliek Santa Clemente te Rome is een der vroeg-christenlijke kerken, waarin alle elementen die tot een dergelijk gebouw behoren, aanwezig zijn. Later ontwikkelde men ook vijfbeukige baselieken bestaande uit een middenbeuk met ter weerszijden twee zijbeuken.

Santa Clemente

Nadat het christendom tot staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk was uitgeroepen werd in de 4e eeuw n.Chr. bovenop de fundamenten van een oude schuilkerk (onderdeel van een voormalig groot huis) en een tempel de driebeukige basiliek (gewijd aan de Heilige Clemens, de derde opvolger van Petrus als paus) gebouwd.

De ontwikkeling van huis tot schuilkerk en later tot een imposante basiliek staat symbool voor de opkomst van de Katholieke Kerk en de geleidelijke toename van haar invloed en macht.

In 1084 werd deze kerk door de Noormannen verwoest.
Paus Paschalis II (pontificaat 1099-1118) liet een nieuwe kerk bouwen, welke nu de ‘bovenkerk’ wordt genoemd. Van de oude kerk kon de kooromheining, die uit de zesde eeuw stamde, worden gered. Om de bovenkerk van voldoende fundament te voorzien werden de zuilenrijen van de oude kerk ( thans de ‘onderkerk’ genoemd) vol gemetseld en de resterende ruimtes grotendeels volgestort.
Na uitvoerige opgravingswerkzaamheden is de oorspronkelijke structuur weer zichtbaar gemaakt.

Op ongeveer twintig meter diepte zijn delen van huizen gevonden die uit de laatste eeuw van de Romeinse Republiek (± 500 – 27 v.Chr.) stammen en door de grote brand ten tijde van Keizer Nero moeten zijn verwoest. Bij de daarop volgende wederopbouw van Rome zijn deze huizen als fundering gebruikt voor de nieuwe huizen.

Zeven meter minder diep is een deel van een groot woonhuis gevonden, welke naar wordt aangenomen als schuilkerk dienstdeed. Het huis was namelijk in het bezit van de Romeinse consul en martelaar Titus Flavius Clemens, die zich als een van de eerste hooggeplaatste Romeinen tot het toen nog verboden christendom bekeerde.

Op de binnenplaats van het hierop aangrenzende huizenblok zijn de resten van een Mithras-heiligdom gevonden waar de Perzische zonnegod werd geëerd. Deze tempel welke werd gebruikt voor initiatie-rituelen deed dienst van de tweede tot en met de derde eeuw na Christus waarna hij nadat de meeste Romeinen tot het christendom bekeerd waren in onbruik geraakte.


Uitwendig zijn deze vroeg-christenlijke kerkgebouwen zeer sober gehouden. Aan de uitvoering is zeer duidelijk te herkennen dat heel het streven van de bouwmeesters op het interieur was gericht, welke werd verfraaid met muurschilderingen, marmeren vloeren en een beschildering van de houten kapconstructie. Architectonische details beschouwden zij volkomen als bijzaak. Het altaar was een stenen tafel op vijf poten:    vier op de hoeken en één in het midden.
De absis is naar het oosten georiënteerd. De grafruimte (crypta) eronder was langs een trapje vanuit de middenbeuk toegankelijk.

De motieven uit het heidendom ontleend kregen een andere betekenis.
-  Orpheus die door zijn spel de dieren bekoort werd de Goede Herder;
-  de wijnrank het symbool voor avontuur en genotzucht werd de wijngaard van de Heer;
-  de haan werd de teken van waakzaamheid;
-  de vis werd het Christessymbool;
-  de boom werd de boom des levens;
-  de pauw werd de hoop op onstervelijkheid;
-  en de leeuwenkop werd de zondaar of duivel.

De hoger-opgaande muren van de middenbeuk rusten op zuilen, soms afkomstig van buiten gebruik gestelde Romeinse tempels, en op gemetselde pijlers.
De Romeinse zuilen werden niet zonder meer toegepast. Op het oorspronkelijke kapiteel werd (indien dit nodig was) nog een extra dekstuk aangebracht om een groter draagvlak voor de daarop rustende bogen te verkrijgen.

De dakbekapping was oorspronkelijk een geheel zichtbare houtconstructie, al of niet voorzien van een vlakke in caissons verdeelde houten plafond, met kleuren en verguldsel rijk versierd.
Later werden er ook gewelven toegepast:    voor de absis bestond deze uit een koorgewelf in de vorm van een bolvormige halve koepel.

Torens hadden de oud-christenlijke basilieken nog niet, deze kwamen pas na de 6e eeuw en stonden los van de basiliek.
klik hier om naar boven te gaan



 

De byzantynse bouwkunst:

Byzantium werd 65 jaar voor de splitsing van het Romeinse rijk tot residentie van het Romeinse rijk verheven en werd na de splitsing de hoofdstad van het Oostromeinse rijk. Byzantium is oorspronkelijk gesticht door Griekse kolonisten in 667 v.Chr.
daarna werd ze onder de naam Constantinopel hoofdstad van het Byzantijnse Rijk
en weer daarna onder de naam Istanbul de hoofdstad van het Ottomaanse Rijk.
Hoewel de cultuur, de religie en de taal van het rijk overwegend Grieks waren, beschouwden de Byzantijnen zichzelf als inwoners van het Romeinse Rijk en zagen hun heersers zich niet alleen als de opvolgers van de Romeinse keizers maar zelfs als een ononderbroken continuering hiervan.
De bouwkunst van dit oostelijke deel van het oorspronkelijke Romeinse rijk heeft een geheel eigen karakter gehad dat wordt aangeduid als de Byzantijnse bouwkunst.


zie  voor het Pantheon het subonderwerp "tempelbouw" van het onderwerp "Romeinse bouwkunst"behorende bij dit onderdeel.

Daar de centraalbouw zich bijzonder leende tot allerlei afwijkende vormen en tot uitbouw, ontstond er, toen deze bouwkunst tot volle ontwikkeling kwam, een grote verscheidenheid in plattegrond indeling.
De Byzantynse bouwkunst bereikte echter haar hoogtepunt in de bouw van de Aya Sophia (Helige Wijsheid) 532-537.
De plattegrond verenigde centraalbouw en axiale bouw tot een groots geheel.

De gewelfbouw voerde hier tot koepelbouw op pendentiefs, waarbij de invloed van oosterse bouwwijzen duidelijk zichtbaar is. De pendentief is een oplossing voor het probleem dat een rond koepelgewelf niet zomaar op een vierkant grondplan past. Je moet de hoeken van het vierkant met iets vullen, dat naar boven toe naar een cirkel neigt.
Bij het pendentief steken de stenen van de hoeken naar boven toe steeds iets verder uit de muren, zodat er een gebogen (sferische) driehoek ontstaat. Dat gaat zo door tot de plattegrond de vorm van een cirkel heeft bereikt.
Vier zware bogen, die door contreforten (steunpilaren) worden gesteund, dragen hier via de pendentiefs de gemetselde koepel. De druk van de koepel wordt dus door de pendentiefs op de bogen overgebracht.
    

In de 15e eeuw werd deze vroeg-christenlijke kerk omgebouwd tot een mohammedaanse moskee. daartoe werd de binnenversiering gewijzigd en werden er vier minaretten bij toegevoegd.
 


Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
dd: 16-02-2019

 

 
klik hier om naar boven te gaan